‘Brrrr!!’, hoort Pien. En ‘Njjjinnggg’. Wat een lawaai! Pien ligt nog in bed, maar nu wordt ze nieuwsgierig. Ze loopt naar het raam en trekt het gordijn aan de kant. Pien buigt naar voren en probeert opzij te kijken. Ze kan het niet zo goed zien, maar ze ziet Xanno wel. Hij kijkt naar hun huis en praat tegen iemand. Wat gebeurt daar?
Wacht, daar komt mama aan. ‘Ga je aankleden?’, vraagt ze. Precies op dat moment zegt Pien: ‘Gaan we aankleden? Ik wil kijken.’ Pien en mama schieten allebei in de lach. ‘Volgens mij hebben we hetzelfde plannetje’, lacht mama, ‘trek maar gauw je kleren aan. Kijk, ik heb je oranje shirt klaargelegd, want het is Koningsdag.’
‘Gaan we de vlag ophangen?’ vraagt Pien. ‘Natuurlijk’, zegt mama, ‘en ik denk dat de buren dat ook doen, want volgens mij maakt Xanno’s vader een houder voor de vlag aan de muur’.
‘Ik wil kijken!’ roept Pien. ‘Prima’, antwoordt moeder, ‘maar eerst aankl…’. ‘Aankleden’, schreeuwt Pien erdoor heen. Ze is al bezig haar pyamatrui uit te doen.
Niet veel later loopt Pien de straat op. Ze is toch even verlegen. Ze kent Xanno nog maar net, maar die komt met een brede lach op haar af. ‘Papa maakt een vlaggenstokhout aan het huis’, zegt hij. ‘Een vlaggenstokhouder’, roept Xanno’s vader naar beneden. Hij staat bovenop een ladder en doet pluggen in de gaten die hij net geboord heeft. ‘Zo nu nog even de houder vastschroeven’, zegt hij, ‘en dan kan de vlaggenstok erin’. Xanno wijst. Tegen de muur naast de voordeur staat de stok klaar. De vlag is er aan vastgemaakt en bovenaan zit een oranje wimpel.
‘Wij hebben wel een vlag’, vertelt Pien, ‘maar geen wimpel. Mama wilde die kopen, maar ze waren op.’ Xanno’s vader lacht. ‘Iedereen koopt deze week een vlag’, zegt hij, ‘nu gebruik je hem en de rest van het jaar ligt hij in de kast’.
Als de vlag van de buren hangt, tikt mama op het raam. Ze doet haar hand naar haar mond en zegt ‘eten’. Pien kan het door het raam heen niet horen, maar ze kan wel zien dat mama dat zegt. ‘Tot straks’, roept ze, ‘ik ga even eten’ en ze holt naar binnen.
‘De vlag van Xanno hangt al’, vertelt Pien aan mama. ‘Die van ons ook hoor’, zegt mama. Maar daar heeft Pien niet naar gekeken.
Ze zitten nog te eten, als ineens Xanno en zijn vader voor het raam staan. Ze lachen en wijzen naar boven. Wat zou er zijn? Mama loopt naar de deur en Pien loopt mee.
Xanno lacht hard en zijn vader vraagt: ‘Ben je al wel goed wakker?’
Dan kijkt mama omhoog naar de vlag. Bovenaan zie je blauw, in het midden wit en onderaan rood. De vlag hangt op de kop! Mama wordt een beetje rood. Dan lacht ze maar. ‘Foutje’, zegt ze, ‘maar straks komt het goed, dan eten we een oranje tompouce en die ligt niet op de kop. Willen jullie ook?’
Dat is een mooi plan. Mama gaat de vlag omdraaien en als de koning op de televisie is, zitten ze met zijn allen oranje tompouce te eten.