4. In de klas

ISK 4 - In de klas

Mevrouw Boer is in de klas.
Ze schrijft iets op het bord.
Dan loopt ze naar de deur.
Ze doet de deur open.
Goedemorgen!, zegt ze.

Beydaan en Magool komen in de klas.
Beydaan zegt: dag.
Magool zegt niets.
Magool wil achter in de klas zitten.
Maar dat mag niet.
Mevrouw Boer zegt: Magool, ga je vooraan zitten?
Magool begrijpt het niet.

Mevrouw Boer gaat naar Magool.
Ze zegt nog een keer: Ga jij vooraan zitten?
Dan zegt ze ‘Kom’.
En ze beweegt haar hand: kom.
Magool loopt mee met mevrouw Boer.

Voor in de klas stopt mevrouw Boer.
Ze wijst naar de tafel en stoel.
‘Ga hier maar zitten’, zegt ze.
Ze wijst: Dit is vóór in de klas.
Daar is achter in de klas.

Magool kijkt niet blij.
Ze wil niet voorin zitten.
Dan ziet mevrouw Boer alles.
Maar mevrouw Boer zegt: Zo kan ik je goed helpen.

Er zijn meer kinderen in de klas.
Aya is er, en Sarah en Myriam zijn er ook.
Khalil zit achterin de klas.
Maar waar is Amir?
Mevrouw Boer vraagt: Waar is Amir?
Wie weet waar Amir is?
Ze kijkt, maar niemand zegt iets.
Niemand weet waar Amir is.
Oké, zegt mevrouw Boer, we gaan beginnen.
Pak je boek.
Mevrouw Boer laat het boek zien.
Alle kinderen gaan leren.

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *