Het is stil op straat. Alle mensen zijn binnen. Er is alleen een vogel. Hij hipt door de tuin en roert met zijn gele snavel tussen de blaadjes op de grond. Soms pikt hij iets op. Pien staat voor het raam en kijkt.
Ineens vliegt de vogel weg. Er komt een man aanfietsen. Hij stopt en zet zijn fiets tegen een lantarenpaal. Dan pakt hij pakt een stapeltje brieven en kranten uit de fietstas. Hij loopt naar nummer 66 en stopt iets in de brievenbus. Nummer 68 slaat hij over, maar bij nummer 70 doet hij ook iets in de bus. Dan steekt hij de straat over. Als hij klaar is pakt hij zijn fiets en gaat verder.
Pien woont op nummer 70. Zij heeft gezien wat de man deed. Hij heeft ook iets bij hen in de brievenbus gedaan! ‘Mam’, roept ze, ‘de postbode heeft wat gebracht’ en ze loopt snel naar de gang. Op de grond ligt een witte envelop. Pien pakt hem en rent ermee naar de kamer. ‘Kijk, mam’, roept ze.
‘Ha, post’, zegt mama, ‘dat is leuk. Zullen we eens kijken? Wacht ik pak even een mesje om de envelop open te maken’. ‘O kijk eens’, zegt ze dan, ‘een kaart, met een poes erop. Wie zou hem gestuurd hebben?’
Mama vouwt de kaart open en leest voor: “Ga naar klapekster.nl. Je kunt er (voor)lezen, luisteren en leuke dingen doen. Veel plezier!” ‘Wat raar’, zegt ze, ‘wie heeft die kaart gestuurd?’ Mama bekijkt de kaart nog eens aan alle kanten. Dan pakt ze de envelop. Staat daar misschien nog meer op? Nee, er staat alleen ‘Familie Kramer, Rozenstraat 70’.
Mama leest de kaart nog een keer. ‘Ga naar klapekster.nl’. ‘Het is een website’, mompelt ze. Ze loopt naar de tafel en doet de laptop open. Mama typt wat en zegt dan: ‘Kijk, hier staat ‘Verhalen uit de Rozenstraat’. Dat is onze straat. Zullen we eens kijken?’ Pien vindt het prima.
‘Ik zie het al’, zegt mama, ‘er staan verhalen en je kunt een video kijken. Wacht ik zet het geluid even aan’. Even later zien mama en Pien het eerste verhaal over een postbode die de post rondbrengt. En over een kaart met een mooie poes.
Pien kijkt naar mama. ‘Dat zijn wij!’ roept ze. Mama knikt en zegt: ‘Ik zie dat je ook iets kunt doen’. Mama klikt even en dan zien ze een kleurplaat. ‘Een vogel’, roept Pien. ‘Dat is de vogel uit het verhaal denk ik’, zegt mama. ‘Het is een merel want hij had een gele snavel’. ‘Weet je wat?’ zegt mama, ‘ik print de kleurplaat uit. Pak maar gauw je stiften, dan mag jij hem kleuren.’
De merel wordt heel mooi. ‘Straks moet je hem maar aan papa laten zien’, zegt mama. Ze zet de kaart met de poes op de kast. ‘Er zijn nog meer verhalen op klapekster’, zegt ze dan, morgen gaan we weer kijken!’