5. Namen

‘Het is mooi weer, ga maar lekker buiten spelen’, had mama gezegd. En nu loopt Pien in de tuin. Ze weet niet zo goed wat ze moet doen.
‘Hallo’, hoort ze ineens. Wie zegt dat? In de tuin naast hun huis staat een jongen. ‘Hallo’, zegt hij nog een keer. ‘Hoe heet jij?’
‘Eh… Pien’, aarzelt ze. Wie is die jongen?

 

‘Wat een gekke naam’, zegt de jongen. Pien wordt boos. Ineens is ze niet meer verlegen. ‘Het is geen gekke naam’, roept ze. ‘Ik heet net als mijn oma, die heet Josephina Maria en daarom heet ik Pien’.
De jongen begint hard te lachen. ‘Wat raar, Josephina Maria en dan wordt het Pien, haha’. Pien schreeuwt. ‘O ja, is dat raar? En hoe heet jij dan?’

‘Ik heet Xanno’, zegt de jongen. Nu begint Pien te lachen. ‘Xanno, dat is pas gek’, roept ze.

De jongen wordt boos. ‘Xanno is wel een mooie naam’, schreeuwt hij, ‘dat zegt mijn vader en dat vindt mijn moeder ook, en ….’ De jongen wordt stil. ‘Dat vond mijn moeder ook’, zegt hij zachtjes.

De deur van het huis van Xanno gaat open en er komt een man aan. ‘Wat is er jongen?’ vraagt hij. ‘Met wie praat jij? Ben je boos? Je roept zo hard…’
Xanno wijst naar Pien. ‘Dat kind daar zegt dat ik een rare naam heb’, zegt hij, ‘maar ze heeft zelf een gekke naam’. De man lacht naar Pien. ‘Hallo’, zegt hij. ‘Wij zijn de nieuwe bewoners van nummer 72.

Hij loopt naar de heg, buigt naar voren en steekt zijn hand uit. Aarzelend loopt Pien erheen. ‘Ik heet Fernand Flint’, zegt de man, ‘en hoe heet jij?’ ‘Pien’, zegt Pien zachtjes, en dan iets harder ‘het komt van de naam van mijn oma en die heet Josephina Maria’. Ze kijkt naar hem. Vindt hij het ook een gekke naam? ‘Wat leuk’, zegt de man. ‘Mijn oma heette ook Josephina, maar die noemden ze Jopie. Ik vind Pien veel leuker.’

Pien lacht een beetje. Dan zegt ze: ‘Misschien vind ik Xanno toch wel een leuke naam’. ‘Hoera’, zegt de man, ‘wat fijn dat we allemaal mooie namen hebben, niet Xanno?’ Xanno knikt. ‘Ik heb ook nog een zus’, zegt hij dan, ‘die heet Coco.’ ‘En mijn zusje heet Marit’, zegt Pien en ik heb ook een papa en een mama.

‘Wij zijn met zijn drieën’, zegt de vader van Xanno, ‘de moeder van Xanno is gestorven en daarom doen wij het nu met elkaar’. Hij aait Xanno even over zijn hoofd. Pien weet niet goed wat ze moet zeggen, maar dan hoort ze een stem achter zich. 

‘Hallo buurman’. Het is Piens moeder. Ze loopt naar de heg en steekt haar hand uit naar de vader van Xanno. ‘Welkom in de Rozenstraat’, zegt ze. ‘Ik heet…’
Nu gaan de grote mensen elkaar hun namen vertellen. Gelukkig vinden ze elkaars namen mooi en wordt het geen ruzie.

5 Namen
5. namen kaartje

Laat een reactie achter

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *